COPD en Bewegen
COPD
COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) is de verzamelnaam voor chronische bronchitis en longemfyseem. Beide zijn aandoeningen aan de luchtwegen, die het ademen lastig maken. Chronische bronchitis is een aandoening van de luchtwegen die vaak dagelijks klachten als hoesten, slijm opgeven en benauwdheid geeft. Longemfyseem is een aandoening van de longen waarbij zowel de luchtwegen, de longblaasjes als het steunweefsel van de luchtwegen, zijn aangetast. Veel mensen met COPD hebben een mengvorm van zowel chronische bronchitis als emfyseem.
Cijfers over COPD in Nederland In Nederland zijn 330.000 mensen gediagnosticeerd met COPD. COPD komt voor bij 2,4% van de mannen en bij 1,7% van de vrouwen. Dit betreft ongeveer 192.000 mannen en 137.000 vrouwen. Het aantal mensen met COPD neemt snel toe met het stijgen van de leeftijd. De eerste symptonen van COPD doen zich meestal voor na het vijfenveertigste levensjaar en maar liefst 16% van de mannen boven de 75 heeft COPD en bijna 7% van de vrouwen. Daarnaast heeft meer van 10% van de bevolking last van COPD-klachten zoals chronisch hoesten en slijm opgeven. Het percentage mannen met COPD is tussen 1980 en 2000 vrijwel gelijk gebleven. Het percentage vrouwen is tussen 1984 en 1994 verdubbeld, daarna ongeveer gelijk gebleven. De verwachting is dat, als gevolg van de vergrijzing en het rookgedrag in het verleden, het aantal patiënten tussen 2000 en 2020 met ongeveer 40% zal toenemen. Deze toename zal zich voornamelijk onder vrouwen voordoen, aangezien zij de afgelopen decennia meer zijn gaan roken. In 2001 stierven in Nederland 3.894 mannen en 2.367 vrouwen aan COPD. De sterfte aan COPD voor mannen is in de periode 1980-2001 niet duidelijk veranderd. Voor vrouwen is de sterfte gestegen. In Nederland is COPD met 10% de derde doodsoorzaak, na hart- en vaatziekten (35%) en kanker (28%). Wereldwijd behoort COPD tot de top vijf van doodsoorzaken. De World Health Organisation (WHO) voorspelt dat COPD in 2020 wereldwijd de derde doodsoorzaak zal zijn. Wereldwijd zal daarmee het aantal mensen dat jaarlijks overlijdt aan COPD toenemen van 2,75 miljoen naar 4,65 miljoen. De sterke toename is vooral toe te schrijven aan de rookgewoonten. Een toename is met name te zien bij vrouwen die roken en hebben gerookt. Daarnaast speelt in de westerse landen de vergrijzing een rol bij de toename van COPD. Kosten voor de gezondheidszorg Het zorggebruik van mensen met COPD ligt aanzienlijk hoger dan het zorggebruik in de algemene bevolking. Van de mensen met COPD heeft vrijwel iedereen tenminste één keer per jaar contact met de huisarts. Daarnaast bezoekt bijna driekwart een specialist. Een derde van de mensen met COPD bezoekt bovendien de fysiotherapeut. Ongeveer 90% gebruikt medicijnen die door een huisarts zijn voorgeschreven. Jaarlijks worden ongeveer 19.000 mensen opgenomen in het ziekenhuis vanwege hun COPD, waarvan 57% mannen en 43% vrouwen. De gemiddelde ligduur is ongeveer 13 dagen. De totale kosten van de Nederlandse gezondheidszorg voor mensen met astma en COPD bedroeg in 2000 zo’n 600 miljoen euro per jaar. Bijna de helft van deze kosten betreft medicatie: 49%. De kosten voor ziekenhuisopname zijn 33% van de totale kosten. De kosten per patiënt per jaar bedragen ongeveer 800 euro. De jaarlijkse stijging in de kosten (d.w.z. na correctie voor de loon- en prijsontwikkeling en de groei en vergrijzing van de bevolking) is bovengemiddeld in vergelijking met andere aandoeningen.
Kwaliteit van leven De invloed van COPD op het dagelijks leven kan behoorlijk groot zijn. Wanneer mensen er niet in slagen om in een vroeg stadium van de ziekte te stoppen met roken is COPD een chronisch invaliderende aandoening, die leidt tot ernstige beperkingen en handicaps. De belangrijkste beperkingen zijn kortademigheid en een verminderde inspanningstolerantie. Mensen met COPD zijn daardoor beperkt in hun dagelijkse doen en laten. Daarbij moet gedacht worden aan problemen met het uitvoeren van huishoudelijke activiteiten, en met wandelen, traplopen en sporten. Mensen met ernstiger COPD hebben vaker pijn en meer problemen met slapen dan gezonde mensen. Uit angst voor kortademigheid gaan mensen bewegen vermijden, waardoor de conditie nog verder verslechtert. Daarnaast komen mensen door het vermijden van lichamelijke beweging in een sociaal isolement wat kan leiden tot neerslachtigheid en een versterking van de inactiviteit. Deze neerwaartse spiraal leidt uiteindelijk tot invaliditeit, gepaard gaand met een sterke aantasting van de kwaliteit van leven. Op psychosociaal vlak ervaren mensen met COPD meer problemen in de relationele sfeer, dat wil zeggen met partner, kinderen en familie/ vrienden. Daarnaast zijn mensen met COPD minder gelukkig en tevreden met het leven dan mensen zonder COPD.
Behandeling Behandeling van COPD leidt niet tot herstel van de normale longfunctie, maar heeft tot doel de versnelde afname van de longfunctie en de frequentie en ernst van de exacerbaties te verminderen. Stoppen met roken kan in elke fase van de aandoening de versnelde afbraak van de longen en longfunctie stoppen. Het belang van leefstijlinterventies, zoals begeleiding bij het stoppen met roken, bewegingstherapie en voedingstherapie wordt steeds meer ingezien. Begeleiding bij het stoppen met roken is de meest werkzame behandeling van COPD en kan het voortschrijden van de ziekte doorbreken. Bewegingstherapie, en bij ernstig COPD ook training van ademspieren zijn belangrijk voor behouden of verbetering van de conditie. Voedingstherapie, in combinatie met bewegingstherapie, helpt de neerwaartse spiraal van energietekort en ondervoeding te doorbreken. De rol van medicijnen bij COPD, ontstekingsremmers (ook wel inhalatiecorticosteroïden genoemd) is nog zeer onduidelijk.
Effecten van bewegen De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beveelt revalidatieprogramma’s en/ of beweegprogramma’s aan voor de behandeling van elke patiënt met een één secondewaarde (FEV1) beneden de 80% van de voorspelde waarde (GOLD-guideline 2003 update). Door onderzoek in gebleken dat oefenprogramma's bij patiënten met COPD de kwaliteit van leven meer verbetert dan het toevoegen van medicatie bij patiënten met stabiel COPD. Na deelname aan een revalidatieprogramma is een onderhoudsprogramma in de vorm van een beweegprogramma noodzakelijk om de geboekte voordelen vast te houden. Vrijblijvende vormen van stimulatie om verder aan inspanning te doen zijn bij mensen die eerder deelnamen aan revalidatie niet erg efficiënt gebleken. Beweegprogramma’s gericht op COPD kunnen zich zodoende richten op twee doelgroepen: - Patiënten die onvoldoende lichamelijk actief zijn, maar verder nog geen al te complex ziektebeeld hebben ontwikkeld. Na het voltooien van een beweegprogramma moet de lichamelijke activiteit gecontinueerd worden binnen een onderhoudsprogramma. - Patiënten die na longrevalidatie binnen een beweegprogramma op een verantwoorde manier een onderhoudsprogramma aangeboden krijgen. In dit geval wordt in het beweegprogramma het trainingsschema van de revalidatie zoveel mogelijk voortgezet.
|
|