Diabetes en Bewegen
Diabetes Mellitus type 1 en 2
Diabetes Mellitus type 1 ontstaat vaak in een korte periode, meestal in een paar dagen of weken. Het manifesteert zich doorgaans al op jonge leeftijd (onder de 30 jaar). Bij deze vorm van diabetes ontwikkelt het lichaam een afweerreactie tegen de insulineproducerende bètacellen in de alvleesklier. Het gevolg is dat deze cellen afsterven en de insuline aanmaak wegvalt. Omdat insuline nodig is om glucose uit het bloed naar de lichaamscellen te transporteren, moet men bij deze vorm van diabetes iedere dag zelf insuline aanvullen met injecties of een insulinepompje.
Diabetes Mellitus type 2 wordt ook wel ouderdomsdiabetes of niet-insuline afhankelijke diabetes genoemd. Het treedt meestal pas op na het dertigste levensjaar. Toch blijkt dat tegenwoordig meer jongere patiënten Diabetes Mellitus type 2 hebben, waardoor de term ‘ouderdomsdiabetes’ niet meer terecht is. In tegenstelling tot Diabetes Mellitus type 1 produceert de alvleesklier bij deze ziekte nog wel insuline. De lichaamscellen zijn echter minder gevoelig voor insuline waardoor de bloedglucosewaarden niet goed worden gereguleerd en geleidelijk aan een abnormaal hoog peil bereiken. Patiënten met overgewicht hebben een kans door middel van gewichtsafname een verbetering te bewerkstelligen. Die verbetering wordt dan afgemeten aan een daling van het bloedglucosegehalte. Deze personen zullen echter ondanks het (tijdelijk) herstel in zekere mate ter controle in het medische zorgcircuit blijven. Patiënten zonder overgewicht en/ of complicaties kunnen met de juiste voeding, een nagenoeg ‘normaal’ en ‘gezond’ leven leiden.
Cijfers over Diabetes in Nederland Diabetes Mellitus is een veel voorkomende ziekte. Naar schatting hebben tussen de 470.000 en 508.200 Nederlanders van 20 jaar en ouder Diabetes Mellitus. Dit zijn gecombineerde cijfers van bevolkingsonderzoeken en huisartsregistraties. Hiervan hebben 60.000 - 65.000 personen Diabetes Mellitus type 1 en 410.000 - 445.000 personen Diabetes Mellitus type 2. Verwachting is dat het aantal diabetespatiënten tussen 2000 en 2020 met liefst 35,7% zal stijgen. De sterftecijfers van Diabetes Mellitus zijn nog niet betrouwbaar. Ten eerste is het moeilijk om vast te stellen of de sterfte het directe gevolg is van de ziekte. Diabetes Mellitus wordt vaak door artsen zowel als primaire als secundaire doodsoorzaak op het doodsoorzaakaangifteformulier vermeld. Tot slot zijn de sterftecijfers ook nog afhankelijk van de wijze waarop het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met de getallen omgaat. Kosten voor de gezondheidszorg Door het groeiend aantal mensen dat lijdt aan Diabetes Mellitus zijn de kosten voor de gezondheidszorg verder gestegen. Tegelijkertijd zijn de ernst en de kosten van Diabetes Mellitus met goede preventie en behandeling wel degelijk tegen te gaan, zo stelt het RIVM vast. De kosten per patiënt kunnen aanzienlijk omlaag en daarmee de lasten voor de zorgverzekeringkas. Conservatieve schattingen van het RIVM laten zien dat alleen al het verbeteren van de bloedsuikercontrole en het behandelen van hoge bloeddruk € 160 miljoen per jaar aan uitgaven scheelt. In de paragrafen ‘behandeling’ en ‘effecten van bewegen’ zal naar voren komen dat naast een goede voeding en een juiste medicatie bewegen erg belangrijk is bij het controleren van de ziekte en hiermee bij het reduceren van de zorgkosten.
Kwaliteit van leven
De prognose van Diabetes Mellitus type 2 is niet gunstig. De ziekte is ongeneeslijk en de behandeling symptomatisch. Bovendien heeft de patiënt op korte termijn niet alleen met het dagelijks instellen van zijn diabetes te maken, maar op de lange duur ook met de volgende chronische complicaties: - hart- en vaatziekten; - hoge bloeddruk; - verminderde aanpassing van de hartslag bij inspanning (autonome neuropathie); - complicaties aan de voeten (diabetische voet); - verminderd gevoel in handen en voeten (doofheid/ prikkeling; perifere neuropathie); - krachtsverlies in handen en voeten (bijv. klapvoet; perifere neuropathie); - impotentie bij mannen; - afwijkingen in het oog (netvliesbeschadigingen die kunnen leiden tot blindheid); - nierafwijkingen (nefropathie); - verminderde beweeglijkheid in de gewrichten voor (sporadisch). De kans op het krijgen van complicaties als gevolg van doorbloedingsstoornissen in hart (hartinfarct), hersenen (beroerte) en ledematen (pijn bij lopen) bij Diabetes Mellitus type 2 is twee tot vier keer zo groot als onder patiënten zonder Diabetes Mellitus. Ook schade aan kleine bloedvaatjes (micro-angiopathie) van de ogen, nieren en zenuwen komt vaak voor. De mate waarin is afhankelijk van de duur van de aandoening en de kwaliteit van de bloedglucose regulatie. Ook al zijn er minder cijfers bekend over de complicaties bij personen met Diabetes Mellitus type 2, duidelijk is wel dat ook zij een verhoogde kans hebben op complicaties. Vaak worden ze al aangetroffen op het moment dat de diagnose gesteld wordt. Dit wijst dan op jarenlang bestaan van een te hoog bloedglucose gehalte.
Behandeling
De medische behandeling van mensen met Diabetes Mellitus is erop gericht de hoogte van de bloedsuikerwaarden te normaliseren en grote schommelingen te voorkomen, met het doel het ontstaan van complicaties te voorkomen en/ of uit te stellen. Hierbij is een combinatie van juiste medicatie, afgestemde voedingsrichtlijnen en voldoende lichaamsbeweging van zeer groot belang. De bloedsuikerverlagende medicijnen kunnen op diverse manieren werken. Enerzijds kunnen ze de alvleesklier stimuleren om meer insuline aan te maken. Anderzijds kunnen ze ervoor zorgen dat de glucose beter door het lichaam wordt opgenomen of dat de glucose minder snel vanuit het voedsel in het bloed terechtkomt. Daarom is het voedselpatroon van groot belang. Met name de inname van koolhydraten is cruciaal, omdat zij omgezet worden in suiker. Als dan door het lichaam niet genoeg insuline geproduceerd kan worden zal het bloedsuikergehalte stijgen, wat kan leiden tot een hyperglykemie. Een afgestemd voedingsadvies zal rekening moeten houden met de volgende componenten: - Een volwaardige en leeftijdsadequate voeding; - Het optimaliseren van de voedingstoestand; - Het optimaliseren van het lichaamsgewicht; - Het optimaliseren van de bloedsuikerregulatie; - Een goede afstemming op de bloedsuikerverlagende medicatie; - Het optimaliseren van de bloeddruk en het vettenprofiel. Een voedingsadvies heeft de meeste kans van slagen als het gebaseerd is op al bestaande eetgewoonten van de patiënt. Ook moet er rekening gehouden worden met de leefwijze van de patiënt. Een diëtist kan een rol spelen bij de begeleiding van de gedragsverandering om het gewenste doel te bereiken. Daarnaast is het ook van belang dat de patiënt zich bewust wordt van een aantal leefregels, zoals niet roken, het voorkomen van overgewicht en dagelijks voldoende lichaamsbeweging.
Effecten van bewegen
In verschillende onderzoeken, waaronder studies van Wallberg en Kriska, wordt geconcludeerd dat lichamelijke activiteit voor de patiënt met Diabetes Mellitus type 2 zowel preventief als curatief zeer gewenst is. De effecten zijn: - Verbeterde handhaving van het gewenste bloedglucosegehalte; - Verbeterde glucose-tolerantie; - Verbetering van de insulinegevoeligheid (gevolg: minder medicatie); - Vermindering van het lichaamsgewicht en het vetpercentage (gevolg: insulinegevoeligheid indirect verbeteren waardoor minder medicatie noodzakelijk); - Gunstig effect op de bloeddruk; - Vermindering van het risico op hart- en vaatziekten; - Vermindering van de concentratie van vetten in het bloed (zoals cholesterol); - Verbetering van het psychosociaal functioneren (algemeen welbevinden, stress, kwaliteit van leven en fitheidgevoel); - Vergroting van de botdichtheid; - Verlaging van HbA1c (gevolg: minder kans op complicaties). Uit meerdere literatuurstudies en onderzoeken blijkt dat beweegprogramma’s voor patiënten met Diabetes Mellitus type 2 moeten bestaan uit duurtrainingen met matige tot intensieve intensiteit in combinatie met voorlichtingsbijeenkomsten, juiste medicatie en afgestemde voedingsrichtlijnen. |
|